(Niet) op eieren lopen

24 oktober 2023

bomen maan
DSC02334
Door Joyce Sengers
Het broedseizoen is zo’n beetje voorbij. Nou ja, voor de meeste vogelsoorten dan. Want eigenlijk is er niet zoiets als één broedseizoen. Zo heb je soorten die al in maart beginnen te broeden, zoals de roek, de zwarte kraai en de kievit, terwijl de huiszwaluw en de boerenzwaluw pas in mei aan hun broedsel beginnen. Sommige soorten leggen één keer per jaar maar de houtduif produceert soms wel vier legsels in één broedseizoen.Vogels broeden in nesten in bomen of in struiken, denken veel mensen. Dat klopt maar ten dele. Er zijn ook vogels die een nest maken op de grond, zoals – daar is’ie weer – de kievit maar ook de boompieper. Echt: de boompieper broedt op de grond! Hij voelt zich trouwens echt thuis op onze natuurbegraafplaats. In sommige seizoenen telden we maar liefst vijftien broedende koppels. Dat weten we omdat we ieder kwartaal monitoren welke dieren en planten zich op ons terrein bevinden. En dat worden er steeds meer!

Tijdens het broedseizoen houden de medewerkers van de natuurbegraafplaats hun hart vast. Bijna dagelijks vragen we bezoekers of ze op het pad willen blijven. In feite vragen we ze om op eieren te lopen – of eigenlijk juist niet. Want als pakweg vijftig mensen zich rond een graf verzamelen, riskeren ze op een nest met eieren of jonge vogels te gaan staan. Dat willen we natuurlijk niet!

Er zijn nog meer redenen om zoveel mogelijk op de paden te blijven. Veel planten en bloemen hebben een voorkeur voor de rand van de berm, zo op het grensvlak met het pad. Daar groeien verschillende soorten die rijk zijn aan nectar, een belangrijke voedselbron voor insecten. Overigens nestelen ook veel bijen- en wespensoorten, die belangrijk zijn voor de verstuiving, in holletjes in de grond. Dus als we op de rand van het pad gaan staan, vertrappen we mogelijk bloemen en insecten die cruciaal zijn voor de voedselketen.

Tijdens het broedseizoen is het dus een beetje passen en meten op de natuurbegraafplaats. Daarom doen we de laatste groet bij voorkeur op een kruising van paden, dicht bij het graf, of in een van onze ‘natuurtheaters’. Natuurlijk mag de directe familie mee naar het graf en meehelpen om het graf te dichten. Zo’n handeling helpt bij de rouwverwerking.

Dus: als we u vragen om op het pad te blijven, doen we dat niet omdat we graag voor politieagent spelen. We doen het voor de natuur.